Boekstart vond zijn oorsprong in het Britse Bookstart-project (1992) dat aantoonde dat vroeg voorlezen de taalontwikkeling en schoolprestaties van jonge kinderen bevordert. Geïnspireerd daardoor zetten Majo De Saedeleer, toenmalig directeur van Stichting Lezen (nu Iedereen Leest), en Bruno Vanobbergen, destijds onderzoeker Pedagogiek aan UGent (later administrateur-generaal van het agentschap Opgroeien, Vlaamse kinderrechtencommissaris, en nu hoofd van Katholiek Onderwijs Vlaanderen) zich in voor een Vlaamse variant. In 2005 startten ze het pilootproject 'Boekbaby's' in tien Vlaamse steden en gemeenten, waarbij 82 ouders met baby’s een pakket met voorleesboeken ontvingen in de plaatselijke bibliotheken. Vanaf september 2008 werd ook Kind en Gezin betrokken om de boekenpakketten te verdelen via de consultatiebureaus.
Majo, de kiem voor Boekbaby's werd gelegd naar het voorbeeld van Engeland. Hoe kende je Bookstart en wat trok je aan in dit model?
Majo: ‘We hadden bij Stichting Lezen altijd een sterke interesse in wat er in het buitenland gebeurde op vlak van leesbevordering. We hadden contacten met zusterorganisaties in Duitsland (Stiftung Lesen), Nederland (Stichting Lezen) en Engeland (Booktrust). Bookstart bleek van alle Britse projecten het meest vertaalbaar naar onze context. Het idee om zo vroeg te beginnen met voorlezen paste perfect in onze visie van een doorgaande leeslijn.’
Wat was de aanleiding voor een Vlaamse variant?
Majo: ‘We zagen een duidelijke noodzaak om het belang van voorlezen vanaf een jonge leeftijd te benadrukken. De Voorleesweek dekte al een breed spectrum, vanaf peuters, maar er was nog geen structureel programma dat zich richtte op baby's en hun ouders. Bookstart vulde die leemte mooi op. We wilden ouders en baby’s vanaf het prille begin laten genieten van voorlezen, en hen vertrouwd maken met boeken door er samen in te kijken en over te praten. Zo hoopten we de liefde voor boeken vanzelf te laten groeien.’
Waren er voor Boekbaby’s al ideeën geweest voor een dergelijk leesbevorderingsprogramma?
Majo: ‘Niet op de schaal en met de serieuze aanpak die wij voor ogen hadden. We hadden meteen het idee dat we de openbare bibliotheken als cruciale partner moesten betrekken. Anders zou het initiatief te beperkt blijven. Ik herinner me ook nog goed de gesprekken met Kind en Gezin als mogelijke partner.’
Bruno: ‘Die betrokkenheid van Kind en Gezin kwam er niet vanzelf. Hun focus lag toen nog sterk op meten en wegen van de kinderen, terwijl wij Boekbaby's juist uit de belerende sfeer wilden houden. Het ging er vooral om de band tussen ouder en kind te bevorderen. Die bezorgdheid is vandaag niet langer aan de orde. Kind en Gezin zet nu wel sterk in op relationele en emotionele begeleiding van ouders met jonge kinderen.’
Onderbouw met onderzoek
Vanaf de start werd er wetenschappelijk onderzoek (2005-2008) gekoppeld aan Boekbaby's, net als bij het Britse Bookstart. Vanwaar die keuze?
Majo: ‘Via het onderzoek wilden we onze subsidiegevers overtuigen van de impact van een vroegtijdig leesbevorderingsprogramma. Bruno werkte toen aan de Universiteit Gent en was via eerdere projecten en contacten kind aan huis bij Stichting Lezen. Hij zag het meteen zitten om het onderzoek te leiden.’
Bruno: ‘Ik was sowieso sterk geïnteresseerd in alles wat met opvoeding en cultuur te maken had. In die zin was dit onderzoek zeer interessant: het ging niet alleen over boeken, maar ook over wat er binnen een gezin gebeurde met die boeken.’